login     icon mail

logo werkgroep oud heerenveen 250

Crackstate en RK kerk
In het centrum van Heerenveen. (Collectie: Museum Heerenveen)
Schoterlandse Kruiskerk
Geschilderd door Durk Piebes Sjollema van 1825 tot 1835
Gezicht op Heerenveen
Geschilderd door Goffe Struiksma in 1951. (Collectie: Museum Heerenveen)

HIP-TIME MAGAZINE 120       

Inspiratiebron voor het Fries Scheepvaart Museum zijn ongetwijfeld de schilderijen van ‘schepenschilder’ Dirk Piebes Sjollema (1760-1840), wonend op de Heerenwal te Heerenveen. De oud-directeur van het FSM de heer Sytse ten Hoeve, samen met de huidige directeur Meindert Seffinga, zien er een goede reden in om hun Jaarboek 1997 te verrijken met een gedegen artikel over en een rijke catalogus van het werk van Sjollema samen te stellen. Eerder heeft Frédérique van der Palm bij het 50 jarig jubileum van het Museum Willem van Haren in 1992 uiteraard met graagte in het jubileumboek “Vereeuwigd... Honderd portretten van Heerenveen en omliggende dorpen” gebruik gemaakt van een aantal voor Heerenveen kenmerkende topografisch afbeeldingen en historische gebeurtenissen. Kunt U zich voorstellen dat met name de topografische afbeeldingen ‘koren op de molen’ zijn geweest voor de initiatiefnemers van, onderzoekers en documentalisten van, maar ook de uitvoerders van het maquetteproject van het Museum Willem van Haren voor de ‘stadsmaquette’ van Heerenveen op een schaal van 1 op 70 ?!

Eén van deze schilderingen is ‘Gezicht op de Heerensloot te Heerenveen’ uit de periode 1816 tot 1827. Uit onderzoek is gebleken, dat in 1816 raadsheer Jacob van Haeften, rechter in de Arrondissementsrechtbank te Heerenveen, eigenaar is geworden door het ‘Grote Huys’ aan het Breedpad nr. 267 te kopen van de familie Semler. Van Haeften treffen we voor het eerst aan in de Omslag voor de werving van vrijwilligers. Deze vrijwillige belasting stamt uit 1809. Hij woont dan als weduwnaar en afkomstig van Utrecht - zijn vrouw Sara Warmoldina Visscher is daarop 9 november 1797 overleden - in huisnummer 123, dat toebehoort aan het Grovestinsslot oftewel Oenemastate aan het Haringspad. Zijn zoon Barholomeus Cornelis Gerardus van Haeften is geboren in Antwerpen, waar zijn vader destijds in 1789 een hoge functie heeft gehad. In de Heerenveense bronnen wordt hij ‘negotiant’ genoemd, terwijl vader in 1809 wordt aangeduid als ‘membre de tribunal’. Op 24 juni 1810 te Heerenveen trouwt Barholomeus C.G. van Haeften met Johannes Hiddinga Hendriksdr. Zij trekken bij vader in op Oenemastate waar dochter Jacoba Sara Warmoldina wordt geboren op  9 maart 1811. Zij is nog gedoopt op 5 december 1811 in Heerenveen. Met de huidige zoekopties van <www.delpher.nl> vinden we een familieadvertentie in het ‘Journal du département de la Frise’ van 1 januari 1812 in de rubriek ‘Geboorte-, Huwelijks-en  Sterfberigten’. Citaat: “Heden werd onze teedergeliefde en eenige zuigeling, Jacoba Sara Warmoldina van Haeften, in den ouderdom van byna tien Maanden, door den dood, na eene Ziekte van vyf dagen, uit onze liefdearmen weggerukt. Zy, die het teeder gevoel van het Ouderlyk hart kennen, zullen dit verlies met ons betreuren. - Deze is dienende tot bekendmaking zoo in als buiten de plaats. Heerenveen den 16 December 1811. B.C.G. van Haeften. Joh. van Haeften, Geboren Hiddinga.” Op 16 januari 1813 wordt opnieuw een Jacoba Sara Warmoldina geboren te Heerenveen. Deze blijkt de volwassenheid royaal te bereiken.

Vanaf 1812 fungeert Jacob van Haeften als rechter te Heerenveen in de nieuwe rechterlijke structuur.

Wanneer directeur der posterijen Elbartus Hendrikus Wildeman op 17 oktober 1815 naar Almelo gaat, wordt B.C.G. van Haeften op die post benoemd. Tot die tijd is hij ook nog raadslid van de gemeente (municipale raad) geweest.

Op 10 februari 1815 wordt door notaris Douwe de Vries in opdracht van de familie Semler het pand Breedpad nr. 267 te koop aangeboden. In een vervolgadvertentie in de Leeuwarder Courant van 8 maart 1815 blijkt er 7000 gulden te zijn geboden, maar het pand wordt ingehouden.

De conclusie moet zijn dat de markt voor dit soort heerenhuizen te klein is gebleken, want op 30 mei 1816 wordt het onderhands verkocht aan Mr. Jacobus van Haeften, rechter in de arrondissementsrechtbank te Heerenveen, voor 6600 gulden.

Of mr. Van Haeften er direct in is getrokken valt niet vast te stellen, maar we weten dat hij over het belastingjaar 1816 nog fl.40,- personele omslag betaalt voor Grovestinsslot, terwijl hij over het jaar 1817 wordt aangeslagen voor fl.75,- en over 1818 voor fl.54,- voor het ‘Grote Huys’ aan het Breedpad. Voor Bartholomeus, die mee verhuist, liggen die bedragen respectievelijk op fl.7,- (voor nr. 123) en fl.24,- en fl.22,- (voor nr. 267). In 1819 betrekt de oude Van Haeften het oostelijk van het ‘Grote Huys’ gelegen pand Breedpad nr. 266, welke hij in februari 1812 heeft gekocht van Wieger Siezes Glastra en door notaris W.B. Kool van Heerens is beschreven met een prijs van 6405 franken. (Tresoar T.26, inv. 55003, akte 13). De directeur der Posterijen heeft het ‘Grote Huys’ dan voor hem en zijn gezin.

Beide panden kunt U terug vinden op deze foto van het schilderij van Sjollema. Het ‘Grote Huys’ (nr. 267) in het verlengde van de Heerensloot en het pand nr. 266 juist rechts van de mast van het afgemeerde beurtschip. Tussen de beide panden door krijgt U een kijkje op de ‘hovinge’ en het ‘wandelbosch’. Samen met het huis, de schuur, het zomerhuis en het erf gaat het om 85.30 are.

In de beschrijving van het schilderij door het Fries Museum is de achterkant van het doek minstens zo interessant, omdat daar een cruciale mededeling te lezen valt welke door de erven van Jacobus en Bartholomeus C.G. is geschreven: “Gezicht op het Heerenveen en / het Groot ouderlijk huis van Haeften' en 'Grootvader en Grootmoeder / wandelen te samen'”. Deze mededeling sluit stamvader Jacobus als wandelaar dus uit, omdat hem zijn vrouw al in 1797 in Utrecht is ontvallen. Blijft als conclusie dus over dat Bartholomeus en Johanna het echtpaar is dat halverwege de Fok geniet van de zondagse wandeling. Aangezien Johanna Hiddinga op 12 oktober 1826 in huisno. 267 overlijdt op 40 jarige leeftijd, kan de wandeling niet later hebben plaatsgevonden. Niet alleen staat haar overlijdensadvertentie in de L.C. van 20 oktober 1826, maar ook in de Opregte Haarlemsche Courant van 27 oktober 1826. De tekst is identiek: ”Heden morgen circa 4.30 uren, overleed alhier, in den ouderdom van ruim veertig jaren, mijne dierbare echtgenoot Johanna Hiddinga. Ik verlies in haar eene liefderijke en onwaardeerbare Gade en mijne vier kinderen eene zorgdragende Moeder. Alleen kan ik troost vinden in den Godsdienst, en hope in den wil der liefderijke Voorzienigheid te berusten. Heerenveen, den 12 October 1826.  B.C.G. van Haeften.”

Om de zorg voor zijn vier kinderen niet in gevaar te laten komen zoekt hij een (stief)moeder en vindt deze in de persoon van Hendrika Reiners (Reinders), afkomstig uit Steenwijk. Hij huwt haar per 3 februari 1828. Zij is dan 51 jaar oud. Bartholomeus overlijdt zelf op 13 mei 1833.

De verdeling van zijn nalatenschap komt tot een volledige oplossing in het jaar 1836. Zijn oudste dochter Jacoba Sara Warmoldina (1813) is dan 30 juni 1836 al gehuwd met Louis Charles Hora Siccama.  De drie jongsten staan onder het voogdijschap van Antonie Clarus Johannes van Eelde, wonende te Utrecht. Dat zijn Alida Hendrika (1817), Jacob Nicolaas (1821) en Sara Anna Elisabeth (1825). Voor het ‘Grote Huys’, nr. 267, wordt de koper Siebe Tuijmelaar, wonend vooraan op de Heerenwal. Hij betaalt fl.8511,- en mag zich dan eigenaar noemen van ‘herenhuis met koetshuis, stalling, tuin, wandelbos en een stuk weiland. Het huis met nr. 268 -westelijk van het herenhuis- komt in het bezit van advocaat Anne Franciscus Jongstra, die voor ‘huis, stede en grond’ fl.2700,- neertelt. Stiefmoeder Hendrika Reiners/Reinders vertrekt naar Nijmegen.

De kleinkinderen van Bartholomeus kennen we niet allemaal, maar de oudste dochter heeft vijf keer een geboorte meegemaakt. Helaas verliest ze Harco Johan op 22 oktober 1838, net één jaar oud;  Johanna Cornelis Anthonia overlijdt nog voor zijn eerste verjaardag op 18 november 1839. De tweede Harco Johan is op 28 juni 1863 oud 23 jaar wanneer hij overlijdt. Anton Reinhard is 6 maanden oud bij zijn overlijden 25 maart 1844. Johan Cornelis de jongstgeborene wordt ook 23 jaar bij zijn verscheiden op 19 september 1872.  Dit alles speelt zich af in Utrecht. Zelf overlijdt Jacoba Sara Warmoldina van Haeften op 02 augustus 1851 in Vreeswijk, 38 jaar oud. De meest prangende vraag blijft nu nog wie heeft die tekst achter op het schilderij geplaatst ? Zou het zijn geschilderd in opdracht door Dirk Piebes Sjollema? Van de drie andere kinderen van Bartholomeus valt voor het nageslacht weinig te verwachten, gezien het aantal jaren dat ze hebben bestaan. Alijda Hendrika van Haeften, geboren op 24-09-1816 in Heerenveen en is overleden op 26 april 1838 in Nijmegen, Gelderland, 21 jaar oud.  Jacob Nicolaas van Haeften is overleden op 2 juli 1839 in Milaan, Italië, 19 jaar oud. En Sara Anna Elisabeth van Haeften is overleden op 2 april 1846 in Utrecht, 21 jaar oud.

De conclusie voor de gemaakte wandeling is dus eenvoudig. Het kan elke zondagnamiddag zijn geweest met stralend mooi weer en in het zomerseizoen tussen - ruwweg - mei 1817 en october 1826. Om U iets te kunnen vertellen van de geschiedenis van de wandelroute met haar locaties en de bijzonderheden kiezen we voor de zomer van 1826. Eerder hebben we dat al eens gedaan in een artikelenserie in de Veenbrief van december 2007, februari 2008 en maart 2008.

De namiddagwandeling langs de Fok, die de heer en dame maken in het gezelschap van hun hondje, is begonnen met het passeren van het Heerenwalsterdraaike om practisch direct voor de ramen van de schilder Sjollema langs te lopen. Hij woont dan in het tweede huis vanaf ‘it draaike’ met vrouw en jong gezin. Vervolgens gaan ze langs de gepavoiseerde schepen en natuurlijk ook langs de twee scheepshellingen op de eerste helft van Heerenwal en het kalkwerk met de lasovens. Wanneer de kerk van Nijehaske is gepasseerd hebben ze bij de Schansterbrug ongeveer één kilometer lange tocht achter de rug. Na het passeren van deze flapbrug wordt de tocht vervolgd langs de Fok naar het zuiden. Ze vermijden aan te steken bij de verschillende herbergen in de buurt van dit kruispunt van weg en water, terwijl ze evenmin veenbaas Hendrik Arends Raadsveld, die aan de noord-kant tegenover de brug woont, met een bezoek vereren. Het huis met 'stede en grond, bleekveld en tuin en hovinge c.a., staande en gelegen te Terband, wordt later in 1828 verkocht aan kastelein Pieter Dirks Elzinga, die het koopt voor Jacob Woltman, koopman te Amsterdam. Deze gaat voor het perceel met opstallen 3000 gulden betalen. Zuster Elske Dirks Elzinga is namelijk de echtgenote van Jacob Woltman.

In het eerste deel van de wandeling langs de Fok hebben zij het uitzicht op uitgestrekte weilanden. Er is daar nog geen bebouwing. Zij zijn de voor de wal liggende hektjalk voorbij en een eindje verder zien ze het beurtschip liggen. Het echtpaar is ongeveer halverwege hun terugweg naar de 'plaats'. Links van de weg krijgen ze het vrije zicht op de langgerekte schuur van Doeke Jans Algra, die als molenmaker zijn kost verdient. Diens dochter is getrouwd met Hijlke J. van Straten, die als schipper naar alle waarschijnlijkheid op deze zondag zijn beurtschip voor het woonhuis heeft aangelegd. Hij woonde namelijk met zijn gezin bij Doeke Jans Algra in naast hun eigen zoon Elias met vrouw en twee kinderen. Elias treedt in de voetsporen van zijn vader en gaat ook als molenmaker door het leven.

Tijdens deze wandeling herinnert Van Haeften zich plotseling, dat zijn vader hem eens heeft verteld van het merkwaardige verloop van de grens tussen Aengwirden en Haskerland. Als lid van de rechtbank in de Franse tijd kreeg die te maken met het vaststellen van de dorps-en gemeentegrenzen. Hij vertelt zijn vrouw, dat de grensscheiding begint bij de hoek van het kerkhof van Heerenveen om langs de oostelijke oever van de Heerensloot in noordwestelijke richting te lopen. Aan het eind van de Fok voorbij het huis van Doeke Jans Algra gaat de grens practisch haaks over de rijweg om aan de andere kant van die weg weer de noordoostelijke richting te vervolgen. Als reactie daarop zegt zijn vrouw dat zij dus eigenlijk driekwart van hun wandeling op Haskerlands grondgebied hebben gemaakt. Van Haeften moet dat beamen. Dan richten zij hun aandacht weer op hun omgeving en het bebouwde deel van de Fok...

Prachtig staan de lindebomen voor de panden, die even verder dan Algra voor de huizen staan. Als naaste buurman van Algra is dat Marten Christiaans Brouwer. Deze heeft als beroep 'boer' en wordt ook wel 'koemelker' genoemd. Zijn gezin is zich nog aan het uitbreiden, maar een vijftal kinderen zijn zeker geregistreerd. Hij is geboren in 1784 en trouwt met Berber Sijbes Woudstra, een doopsgezinde boerendochter. Terwijl het echtpaar van Haeften langs dit 'komelkerijke' gaat, zullen ze ongetwijfeld nog even weer terugdenken aan de 10e juli 1821. Vanaf de eerste verdieping van hun huis aan het Breedpad zien ze de vlammen van de brand in de hooischuur van Brouwer met '6 koe's eten hooi'. Twee op stal staande koeien worden gered en ook het huisraad is buiten de vlammen gebleven. Even voor één uur in de nacht is de brand ontstaan en gelukkig is het windstil weer. Velen helpen mee om erger te voorkomen. De tien bewoners kunnen eveneens voor verder onheil worden behoed. De brandspuitgasten van Nijehaske en in mindere mate die van Heerenveen-Schoterland onderscheiden zich door accuraat ingrijpen. Aengwirden's Heerenveen heeft nog geen brandspuit en het bestuur vindt het gerechtvaardigd beide corpsen fl.25,- te schenken en de kosten van het nablussen en opruimen te bekostigen. Die gebeurtenis wordt door Aengwirden tevens aangegrepen om zich voor fl.25,- 's jaars van de hulp van de Schoterlandse brandweer te verzekeren.

Vlak ten zuiden van de boerderij van Brouwer woont Jan Doekes Algra samen met zijn vrouw Elizabeth Pieters Franken in een huisje, waarvoor ze in 1818 een hypotheek van 400 gulden hebben afgesloten bij de R.C.-kerkvoogden. De Algra's zijn namelijk rooms-katholiek. Jan Doekes Algra probeert als deurwaarder van de rechtbank zijn kost te verdienen. In die tijd heeft hun huis het huisnummer 6.

Ook achter die muur van lindebomen moet een complexje van drie armvoogdijwoninkjes van de Doopsgezinde gemeente te zien zijn geweest. Deze hebben het in 1822 gekocht en de bewoning daarvan zal nogal eens gefluctueerd hebben. In het huis met nummer 7 heeft toch een behoorlijk aantal jaren gewoond de weduwe van Auke Bates van Schoten. Hij is al in 1814 overleden en zij moet toch nog zes van haar zeven kinderen grootbrengen.

In een van de andere twee woninkjes (no. 8 of 9) wonen ten tijde van de wandeling de alleenstaande Hiltje Sipkes en de naaister Rigtje Gosses de Groot, wed. Jacob Joustra, met een gezin van 4 personen. Oudste dochter Catharina Trijntje (geb. 4-1-1805) is het ‘zwarte schaap’ in dit gezin. Zij is naar 1826 in Leiden vertrokken en heeft daar een buitenechtelijke relatie met Jan Wessels Barkhof. Daaruit wordt op 25 februari 1828 Kaatje (officieel ook Catharina) geboren, waarmee ze later samenwoont in Heerenveen.  Rond Catharina Trijntje ontwikkelt zich een hele ingewikkelde affaire omtrent haar onderhoud door de diaconie. Talloze brieven van en naar Leiden worden in de dertiger jaren geschreven met als eindconclusie: de diakenen van Heerenveen dienen haar onderhoud te betalen.

Schuin achter de diaconiewoningen van de Doopsgezinde Gemeente staat het huis Fokno. 10. Daar heeft naar alle waarschijnlijkheid - wat later wordt aangeduid met kadastraal nummer A-1854 - de arbeider Hendrik Pieters van Loo met zijn echtgenote Jacobjen Sjoerds gewoond. Vijf van hun kinderen zijn dan nog thuis. De familie heeft het niet ruim, want ze komen niet voor in de Personele Omslagen van 1824 en 1826. Het inkomen van de familie is niet hoog genoeg om een aanslag te rechtvaardigen.

Nu de wandeling zover is gevorderd komt het echtpaar bij de plaats waar Barteld Jans de Vries  zijn leertouwerij cq. leerlooierij exploiteert. Onder het no. Fok 11 wat later bij het kadaster blijkt een complex te zijn bestaande uit vier percelen, woont niet alleen de eigenaar. Het valt aan te nemen dat hijzelf met zijn gezin in de grootste daarvan (A-1856) woont. De samenstelling van het gezin is naast vader Barteld (1790) en moeder Martha Lubberts Pasveer (1796): dochter Lummigje (1816), zoon Jan (1818), dochter Akke (1820), zoon Lubbert (1822) en zoon Jacobus (1826). Er is ook een eerdere Jacobus geweest, die op 23 februari 1825 als vier maanden oude baby is overleden (AEN 2271).  De andere bewoonbare percelen hebben onderdak geboden aan schoenmakersknecht Yke de Nes (geb. 1793), de leertouwersknecht Jan Sijtzes Achter (geb. 1803), Willem Comello (geb. 1798), verwer, en Klaas Roelofs van der Wal, verwer.

Laatstgenoemde heeft zelfs het eigendom van een der huisjes verworven. Bij zijn overlijden op 25 juli 1826 registreert de ‘Staat van de verandering van de Leggers der Verponding op de gebouwen’ de overgang naar de erven. De belangrijkste daarvan is Hessel Klazes van der Wal, die er in 1827 tevens bewoner van is met een gezin van 5 personen.

Nauwelijks voorbij dit huis van de familie van de Wal komt de erfscheiding met de dienstwoning van de naar achteren gelegen olieslagerij, waarvan de oliemolen "Het Fortuin" prominent op het schilderij aanwezig is. Dit imponerende stuk nijverheid is voor Van Haeften reden om zijn vrouw even te herinneren aan de vroegere eigenaar Martinus Bouricius van Idema. Zij herinnert zich als autochtoon Heerenveense dat hij in 1812 is overleden na een bijzonder spraakmakend leven te hebben geleid. Meteen wijst ze haar man nog even naar de overkant van de Heerensloot, waar ze een uitmuntend uitzicht hebben op de tweede scheepswerf 'De Morgenstond' van de scheepstimmerman Cats. 

In 1818 wordt de oliemolen door de weduwe Bouricius van Idema verkocht aan Arend Evertsz en Dirk Arend Evertsz en levert fl.18.010,- op, waardoor de weduwe M.B. van Idema in staat wordt gesteld diverse schulden (van haar man) af te lossen.

Bij de overname van de oliemolen wordt ook de bedrijfsleider, die in ieder geval al sinds 1813 deze bedrijfswoning mocht gebruiken, overgenomen. Dat is olieslagersknecht Albert Gerbens (of Gerbrands) Kruit. Deze is afkomstig uit Zaandijk en geboren maart 1775. In 1816 zijn zowel zijn vrouw Antje Pieters Mei als zijn zoon Gerben al overleden. Albert Kruid vindt een nieuwe echtgenote in IJda Sijmens van Vloed, die een flink stuk ouder is dan hij. Zij overlijdt in 1825. Haar tantezegger Jan (Jacobs) Vos, geboren in 1824 in Heerenveen (SCO 3971), wordt door haar en Albert in het gezin opgenomen. In de Personele Omslag verschijnt Kruid's naam voor het eerst in 1826 (AEN 976) Hij woont dan op nummer 12.

De andere dienstwoning van olieslager Arend Evertsz. zal het nummer 14 hebben gehad. Het heeft onderdak geboden aan andere olieslagersknechten, als Pieter Jacobs Hartsema (1819), Berend Braam (1823), en later knechten.

Met Fok 14a (A-1864, groot 2.90 are) treffen we opnieuw een boerenspultsje of 'komelkerijke'. Het is in 1824 al in gebruik bij Ale Klazes de Jong, die het vermoedelijk kort daarvoor heeft gekocht van de erven Idema. Begonnen als boerenknecht krijgt Ale (ook wel Aaldert genoemd) de kans om als voerman zijn diensten aan te bieden en met de hulp van zijn vrouw Janke komt daar de melktapperij bij. Eerder worden de bedrijfswerkzaamheden elders in Heerenveen-Aengwirden uitgeoefend. Twee zeer jeugdige kinderen zijn hun dan al ontvallen. In 1819 is dat de 5 weken oude Ale en in 1823 de 19 weken oude Johannes. Zijn weduwe Janke Pieters Cats, geboortig van Nieuwehaske, blijft er na zijn overlijden op 14 januari 1826 wonen.

Bartholomeus en Johanna naderen nu het meest zuidelijke puntje van dit streekje woningen en houden hun pas even in bij no. 15. Het is zichtbaar in de nadagen van haar bestaan en in afwijking met de andere panden staat het met een breed front evenwijdig aan ‘de Fok’ op een perceeltje grond van 3 are. Johanna herinnert zich, dat hoewel Martinus Bouricius van Idema in 1801 ‘prodigeus’ is verklaard en onder curatele staat van een drietal curatoren hij niettemin een paar dagen voor zijn dood in juni 1812 een transportakte van het huis no. 15 te Heerenveen-Aengwirden laat passeren door notaris Kool van Heerens. Verkopers zijn Cornelis Romkes van Haskerdijken en Lourens Ernst Stavinga van Heerenveen. Zij ontvangen daarvoor 677 franken en 67 centimes. De weduwe brengt het pand kennelijk in de verhuur, maar niet aan personen die terug zijn te vinden in de Personele Omslagen. Wel is vastgesteld in een tweetal overlijdensakten het huisnummer 15 is terug te vinden. De wisseling van de bewoners maakt dat beide wandelaars niet weten wie er nou eigenlijk in de loop der tijd hebben gewoond. Over Fok no. 16 is bekend dat Douwe van der Werf, van beroep commies er in ieder geval in 1824 en 1826 is gevestigd. Hij rechtvaardigt zijn aanwezigheid door betalingsplichtig te zijn in de Personele Omslag van die jaren. Deze huurt het van eigenaar Anne Fennema, wiens dochter Eelkje het eigendom verwerft na  zijn dood. Pas dan krijgt het kleine pandje de interessante bestemming van ‘secretarie van de grietenij Aengwirden’, overigens eveneens op huurbasis.Van de drie opeenvolgende nummers Fok 17, Fok 18 en Fok 19 komen we dankzij een aantal overlijdensakten, mede in de nasleep van de overstroming van februari 1825, wel iets over de bewoners te weten. Veel ambachtslieden en weduwen wisselen elkaar af. Dat is verklaarbaar omdat het eigendom blijkt van de gefortuneerde en vrijgezelle koopman Roelof Pool, van de Heerenwal, die het blijkbaar exploiteert als ‘huisjesmelker’. Het meest zuidelijke huisje, nr. 19, heeft in ieder geval een groot deel van haar bekendheid gekregen door Gerke Bokkes Fokstra, die op 10 april 1820 overlijdt, maar zijn weduwe en haar zoon Sibbert Gerkes Fokstra, schipper,  blijven de woning trouw. Juist in 1826 wordt bekend dat hij als enige zoon het huis erft van zijn vader.Als afsluiting van het streekje huizen blijkt Fok no. 20 te worden vermeld in “De Staat van veranderingen in de legger der verponding op de gebouwen” van 1819. Als eigenaar staat daar de wed. Roel Eeuwes (Roel Eeuwes Offringa was al op 21 oktober 1810 begraven). Als eigenaar in 1820 treffen we de naam van J.I. Poutsma. Als aanmerking staat erbij: "De ontvanger vermeent dat het alzoo bij koop is overgegaan."  In de personele omslag van 1824 wordt de belastingplicht van Poutsma bevestigd, doch in 1826 ontbreekt die vermelding. Dat zal veroorzaakt zijn door het overlijden van de 39 jarige Jannis Izaks Poutsma, secretaris van de grietenij Aengwirden, op 1 oktober 1826 in huis no. 20 op de Fok. Hij laat als echtgenote Minke Klazes de Jong na en 3 kinderen.

Nu ze het gehele buurtschapje voorbij zijn, draaien van Haeften en z’n echtgenote nog even om en zien, dat het toponiem ‘De Fok’ volkomen terecht is gegeven aan het gerend weglopen van de percelen van zuid naar noord. Het lijkt inderdaad op het smalle voorzeil van een zeilboot. Waar zij zich niet bewust van zijn, is de ouderdom van dit toponiem. Gelukkig kunnen wij als bron het Dekama-, Cuyck-en Foeytsarchief aanwijzen met een erfpachtbrief van 25 april 1632 (DCF nr. 710), waarin een plaats wordt overgedragen onder de klokslag ‘van den dorpe Terbant op de Fock’. De weg wordt dan nog genoemd de ‘Heerenweg’. Overigens worden in de wereld van toponiemen op meerdere plaatsen dergelijke verklaringen gegeven voor qua vorm kenmerkende stukken land. Zo ook in het Heerenveense. Wie volgens Sytse Jan van der Molen de Schotanuskaart (1718) van Aengwirden raadpleegt, ziet op het einde van de zg. Tweede Fok in de hoek daarmee gevormd door den Terbandsterweg (toen Heeren Rydwech genoemd) een stuk land van een vorm die gelijkt op een grote gelijkbenige driehoek. De top ligt op het westen en de benen worden gevormd door de beide genoemde wegen.  Het is ongetwijfeld dit stuk land dat ook naar zijn vorm de benaming ‘De Fok’ heeft gekregen.

Het laatste zuidelijke deel van de Fok richt de aandacht van de echtelieden opnieuw even naar de overzijde van de Heerensloot. Tussen de holderhúskes overheerst het sociëteitsgebouw van “De Eensgezindheid” als een monumentaal pand het straatbeeld. Het staat er nog niet zo lang - pas sinds 1819 - en wordt ook wel betiteld als ‘Heeren-Sociëteit’. Zowel de heer als mevrouw Van Haeften hebben de bouw steeds in ogenschouw kunnen nemen. Of hij er lid van is geweest, is door een gebrek aan documenten over de aktiviteiten en gebeurtenissen helaas niet na te gaan. Door het verplaatsen van hun aandacht naar de Heerenwal zijn ze ongemerkt het huisje Fok nr. 21 al voorbij gelopen. In een eerdere fase moet dat een flink huis zijn geweest met 12 deuren en vensters, althans volgende de Legger der verponding op de gebouwen in 1820. Eigenaren zijn dan nog de erven M.B. van Idema. Het zal een afgeleefd pand zijn geweest, want in 1821 wordt gesproken van ‘geamoveerd in 1821’. Daarna staat er een aantal jaren geen woning, maar het feit dat Johan Christiaan du Pon er in een nieuw huisje op 2 januari 1827 kan overlijden, spreekt andere taal. Bovendien wordt hij in een akte uit 1826 als zadelmaker gesitueerd op de Fok.
Bij de nadering van het Posthuis krijgt het geheugen van de heer van Haeften een flinke impuls. Hij vertelt zijn vrouw, dat het ‘boerenspultsje’ onder Fok nr. 22, waar Jeip Siebes Hoekstra als boer de scepter zwaait,  afkomstig is uit de familie van zijn vrouw Rinske Binnerts Spoelstra. Uit een document van 5 augustus 1777 in zijn bibliotheek is dat de boerderij geweest, waar de nieuw gekozen Grietman van Schoterland Martinus van Scheltinga en zijn echtgenote met enkele kinderen ‘statelijk’ zijn ingehaald door een ‘vrije compagnie’. Citaat uit dat stuk: “Hunne Welgeborene de Boerenplaats van de koopman Vogelzang genadert zijnde, stapten dezelve aldaar uit het rijtuig, en namen eenige verversching bij dezelve. Na eenig vertoevens aldaar, wandelden Hunne Welgeb., beneevens hun zoontje en twee oudste Dogtertjes, na en binnen het vlek Heerenveen, tot voorbij het Front der Compagnie, ..... " (die stond aangetreden bij de grensscheiding tussen Aengwirden en Schoterland bij het Posthuis.)

Terwijl hij dit aan zijn vrouw vertelt zijn ze eveneens ‘statelijk’ gekomen bij het terreintje achter het Posthuis, waar Van Haeften zijn ‘schutterlijke’ ervaringen heeft opgedaan als onderdeel van het Garnizoen van Heerenveen in 1814. In het kader van de verdediging van Heerenveen wordt dan een veiligheidscorps uit de bevolking gerecruteerd van mannen in de leeftijd van 17 tot 50 jaar. Dat ging zeker niet van de ene dag op de andere, want pas in maart 1815 worden de officieren in uniform uitgenodigd samen te komen bij het Huis der Gemeente, welke zich toen nog op de Lindegracht bevond (thans nr. 17). Tot Commandant der Landstorm met de rang van Luitenant-Kolonel staat Menno Coehoorn van Scheltinga aan de leiding, die zijn benoeming officieel op 14 september 1815 heeft gekregen. Als officier van de staf van de 2e Compagnie fungeert B.C.G. van Haeften in de rang van luitenant. Er worden exercitie-oefeningen gehouden op het exercitieveld achter het Posthuis van kastelein Meijer. Voor de onderofficieren en korporaals wordt zaterdags om vijf uur een extra oefening gehouden. Als Napoleon I eind maart 1815 ontsnapt van Elba wordt heel Europa onrustig, zo ook onze Commandant der Landstorm lt.-kol. M.C. van Scheltinga. Hij verzoekt dan de Schout van Heerenveen Frederik Semler (die zelf als kapitein bij de 2e Compagnie is ingedeeld) om zo spoedig mogelijk een groter exercitieveld ter beschikking te stellen “daar het land achter het zogenaamde Posthuis te weinig uitgestrektheid heeft om daartoe langer te kunnen dienen”.

Een tweede ervaring met de beveiliging van Heerenveen doet Van Haeften opnieuw als het Reglement op de Nachtrondes te Heerenveen op 13 december 1816 wordt aangenomen door de grietenijraad van Schoterland. In het op 21 februari 1817 (SCO 803) gedateerde exemplaar lezen we in artikel  2 de volgende tekst: “Een der wagtpligtige Ingezetenen word belast met het houden der Lijsten, het zamenstellen der wagten en hetgeen daartoe verders betrekking zal hebben. De heer B.C.G. van Haeften te Heerenveen wordt daartoe bij dezen benoemd en uit relatie dies van het doen der wagten vrijgesteld.”  Wanneer in 1818 de Landstorm wordt opgeheven en de kas wordt opgemaakt, blijkt de weduwe Meijer - inmiddels hertrouwt met Harmen Lammerts Knol - voor de huur van het kampje land van het exercitieveld fl.25.60 te mogen claimen.

Als afsluiting van hun wandeling drinken ze tenslotte nog een goed glas wijn in het Posthuis geserveerd door kasteleinske Rinske Wiebes de Vries, vrouw van Harmen Lammerts Knol, eerder weduwe van Johannes Meijer.

 

2015, november 15 - wibbo westerdijk - hip-backup - geïnspireerd door Jacob Hepkema’s : "Stukjes Oud-Heerenveen" in het Nieuw Advertentieblad van 1892.

 

Historie in beeld

HIP-TIME MAGAZINE 137                 In onze aflevering van HIP-Time Magazine 131 hebben we U al verteld...

    HIP-TIME MAGAZINE 135   Het voorrecht van de man die voor het Museum Heerenveen de inventarisatie van het beeldarchief...

HIP-TIME MAGAZINE 140         Fotonummer 7106 in het Museum Heerenveen geeft het noordelijke deel weer van de Propstrasingel....

HIP-TIME MAGAZINE 138                                   ...

HIP-TIME MAGAZINE 142 Helaas moeten we toegeven, dat deze foto uit het bouwdossier 1989, nr. 16 fotografisch-technisch geen prijswinnaar is....

HIP-TIME MAGAZINE 42 In de jaren dat dit soort aktiviteiten - zoals op fotonummer 0317 uit het archief van het Museum Willem van Haren - worden...

HIP-TIME MAGAZINE 42 In de jaren dat dit soort aktiviteiten - zoals op fotonummer 0317 uit het archief van het Museum Willem van Haren - worden...

HIP-TIME MAGAZINE 98 1ste Heerenwal omstreeks 1930 Op de rechterhelft van de voorgevel van Heerenwal nr. 4 (in 1922 overigens nog nr. A-5)...

HIP-TIME MAGAZINE 129: 1ste  HEERENWAL vóór 1906 ALGEMENE INLEIDING Bij het documenteren van de huizen van de Heerenwal (tot 1934 staand...

HIP-TIME MAGAZINE 41 Achter de Kerk en Oude Koemarkt 1976 Metamorfose ! Gedaanteverwisseling ! Begrippen die volledig van toepassing zijn op...

HIP-TIME MAGAZINE 48 Achter de Kerk vòòr 1929 Deze straat doet een gooi naar de titel ‘Straat in twee gemeenten met de meeste, verschillende...

HIP-time Magazine 81 Afbraak in het Kerkstraatgebied - Westmuur van de Vermaning Met museumfotonr. 01885 komt de Heerenveense Vermaning op...

HIP-TIME MAGAZINE 110 Afbraak van voormalig Huis van Bewaring in zomer 1973 Dit is een scan van een van de dia’s uit de collectie van H. van...

HIP-TIME MAGAZINE 113 Arm- en Ziekenhuis Van de huidige inwoners van Heerenveen zullen er steeds minder zijn, die herinneringen hebben aan dit...

HIP-TIME MAGAZINE 104 Blauwe zaal van de schouwburg Willen allen, die zijn geboren vóór 1980, eens diep in hun geheugen graven om dit beeld in...

HIP-TIME MAGAZINE 132  Boerderij aan de Propstrasingel (1749-1832) Het is even geleden, dat deze dorpse foto is gemaakt ! U zult het...

HIP-TIME MAGAZINE 14 Breedpad / Veenscheiding omstreeks 1900 De zakelijke feiten van deze prentbriefkaart zijn, dat boekhandel Gerben Brouwer...

HIP-TIME MAGAZINE  45 Breedpad nà 1905 Sinds enkele jaren onderhoudt museum Willem van Haren en dan met name medewerker Geeske Luinstra...

HIP-TIME MAGAZINE 20 Breedpad vòòr 1900 Deze magnifique foto van het Breedpad getuigt van grote klasse. De inrichters-vormgevers van het...

HIP-TIME MAGAZINE 16 Breedpad, Heerenwalsterbrug, Posthuis omstreeks 1910 De kwaliteit van museumfoto 170 blijft zelfs met de beschikbare...

HIP-TIME MAGAZINE 29 Breedpad, panorama omstreeks 1910 In alle fotocollecties over Heerenveen neemt dit “Panorama ‘Breedpad’ Heerenveen” - een...

HIP-TIME MAGAZINE 97         Ten tijde van deze foto (MWvH., no. 01867) heet de straat langs het witte pand met de naam en...

 HIP time magazin  124  Deze aflevering staat in het teken van een beslist jongere prentbriefkaart. Uiteraard uit de collectie...

HIP-TIME MAGAZINE 119                                  Het familieweekblad ‘Fen Fryske Groun’ is een rijke bron voor verzamelaars van afbeeldingen...

HIP-TIME MAGAZINE 65                       In de jongere geschiedenis van Heerenveen vervult de nieuwbouwwijk ‘De Greiden’ een pioniersrol. Tot de...

HIP-TIME magazine 99 De Kolk en omgeving 1976 Ze heeft het getroffen bij het maken van deze foto in 1976 vanuit het raam van één van die...

HIP-TIME MAGAZINE 59 Depôthuisje Museum Willem van Haren c. 1981 Tussen alle panoramafoto’s, genomen vanaf hoge posities in het Heerenveense...

HIP-TIME MAGAZINE 111 Donderdag 16 dec 1937 De Leeuwarder Courant van 27 april j.l. (2015) illustreert een artikel ‘Liever in den bioscoop dan...

HIP-magazine 96 Dorpspomp Aengwirden ca. 1872 Deze sepiakleurige foto met afgeronde hoeken lijkt te zijn gemaakt ter gelegenheid van de...

HIP-Time Magazin 23 Dracht 1904 Het is ongelofelijk wat mensen beweegt om in 1904 zo massaal de straat op te gaan om in ‘vredesnaam’ maar op...

HIP-TIME MAGAZINE 31 Dracht 1920 Tot 1926 ligt het plaveisel van de straat ‘de Dracht’ er bij als op deze prentbriefkaart uit 1920. De...

HIP-TIME MAGAZINE 84  Dracht 1973-74 Het gedeeltelijke opschrift van de bovenelkaar gemonteerde letters - LDE - behoren toe aan de...

HIP-TIME MAGAZINE 106 Fascinerend en imponerend zijn twee begrippen, die van toepassing zijn op de geschiedenis van het eerste meest linkse...

 HIP-TIME MAGAZINE 38 Dracht omstreeks 1980 Sinds wanneer mogen moeders met kinderen in het fietszitje achterop een straat infietsen waar...

HIP-TIME MAGAZINE 72    Dwarsgracht, ná 1914 en vóór 1921 Eigenlijk is dit een zeer bekende afbeelding van het Heerenveen uit de...

HIP-TIME MAGAZINE 133 Europalaan ca 1960 Het kan haast niet anders of deze foto moet op een vroege en zonnige zondagochtend zijn geschoten. De...

HIP-TIME MAGAZINE 74  Fietshokkunst De Telle 1978 Vergankelijke bouwkunst en vergankelijke kunstobjecten is een onderwerp, waarmee het...

HIP-TIME-MAGAZINE 15 Fok / Heerenwal omstreeks 1902 Vreemd.....!, je verwacht op dit beeld van Fok-Heerensloot-Heerenwal een...

HIP-TIME MAGAZINE 101 Foto met talloze geheimen en vraagtekens Als wij het viertal steekwoorden achter op deze foto uit het fotoarchief van...

HIP-TIME MAGAZINE 53 Francijntje de Boersingel 1966 Deze opname - in het fotoarchief van het Museum Willem van Haren 01490 - is gedateerd op...

HIP-TIME MAGAZINE 49 Garstenbrug/Compagnonsvaart omstreeks 1930 Oooooh... wat erg ! Zo’n schitterende foto - Museum Willem van Haren nr....

HIP-TIME MAGAZINE 85   Gemeenteplein, periode 1958 - juni 1974 De MUVA-uitgaven uit Valkenburg komen van een uitgeverij uit de...

Hip-Time 91Gezicht bij het Heerenveen ca 1790Deze afbeelding siert één van de drie ansichtkaarten, die de Heerenveensche Boekhandel (voorheen A.L....

HIP-MAGAZINE 26 Het dokstershuis, van waaraf de fotograaf deze opname (MWvH., nr. 244) heeft gemaakt, heeft een groot plat ‘dak’. De aldaar...

HIP-TIME MAGAZINE 13 Natuurlijk kent u het bekende brain-trainingsspelletje ‘Zoek de verschillen !’ De foto van HIP-TIME MAGAZINE 10 en dit...

HIP-TIME- MAGAZINE 9   Dit ‘Gezicht op Heerenveen’ is zonder enige twijfel weer van een professioneel fotograaf. De korte schaduwen van...

HIP-time 22 Wie ontvangt er nou niet graag een tevredenheidsbetuiging ? Wij in ieder geval wel ! Het overkomt onze website als op 20 juli j.l. de...

HIP- TIME MAGAZINE 12 Deze onbekende fotograaf heeft op een volstrekt wolkenloze dag kennelijk een moment afgewacht, waarbij hij het dynamisch...

HIP-TIME MAGAZINE 79  In een vlaag van ongekende nostalgie grijpen we naar deze kenmerkende opname uit 1968. Het is één uit de serie die destijds...

   HIP-TIME MAGAZINE 87                        ...

 HIP-Time 0       Wat zien we op de vogelvluchtfoto door Aerocarta op het achterland van de Nieuwburen? Het meest in het oog springend zijn...

HIP-TIME MAGAZIN 134 Heerenveen 262, 479, 540, 499, 510, Breedpad 11 Inderdaad, deze magische getallen betreffen allemaal datzelfde pand op de...

HIP-TIME MAGAZINE 136              Het is bijzonder jammer, dat we niet kunnen beschikken over een afbeelding...

HIP-TIME MAGAZINE 11 Boerehek of Boerehikke Dirk Aartsma schrijft op 8 october 1968 vanuit Ede aan Douwe en Siets Miedema als reactie op het...

HIP-TIME MAGAZINE 7 Het gebied waar de gemeente Aengwirden zijn derde ‘Stratenplan’ wil realiseren biedt kort na 1934 nog een sterk agrarische...

HIP-TIME MAGAZINE 4 Wat ziet U op deze schitterende bijna pastorale foto van ‘ons’ Heerenveen ? Op de voorgrond de wijk met de fraaie...

HIP-TIME Magazine 27                                              Waarom is deze foto zo speciaal ?   Allereerst omdat het zich natuurlijk...

HIP-time 28 Heerenveen, panorama 1956 Aan de ‘Watertoren’ (1914-1980) hebben we deze vogelvluchtfoto of panorama-foto te danken. Jaco (of...

HIP-TIME MAGZINE 30 Heerenveen, panorama omstreeks 1935 Vergelijken we deze vogelvluchtfoto nr. 255 met de eerder gepubliceerde MWvH.-fotonr....

HIP-TIME MAGAZINE 130 Heerenwal omstreeks 1928 Uit deze prentbriefkaart van de 1ste Heerenwal te Heerenveen blijkt nog duidelijk het grote...

HIP-TIME MAGAZINE 47  Heerenwalster basculebrug omstreeks 1939 Als U de moeite wilt nemen deze foto 0277 uit de collectie van het Museum...

HIP-TIME MAGAZINE 75      Dit is weer zo’n exemplaar van een prentbriefkaart, waarvan het museum Willem van Haren meerdere in zijn collectie...

HIP-TIME MAGAZINE 60      HEIDEBUREN MET SPEKBRUG, 1887 Het boek ‘Vereeuwigd’ door Frédérique van der Palm, blz. 46, afbeelding...

HIP-TIME MAGAZINE 25 Hervormde kerk, Hoofdbrug, Breedpad, omstreeks 1900 Ja hoor, de fotograaf is weer op het begin van de Heerenwal om een...

  HIP-TIME MAGAZINE 89                                                                                                                            ...

HIP-TIME MAGAZINE 117                 Voor de geschiedschrijving van de wijk Heerenveen-noord is deze foto van november 1930 - de bomen werken...

HIP-TIME MAGAZINE112 Een enkele keer krijg je het idee voor een verhaaltje voor de HIP-Time Magazine in de schoot geworpen. Zo komt een paar...

HIP-TIME MAGAZINE 88                      Inderdaad; deze foto heeft U meer gezien. In alle boeken, krantenartikelen en publicaties over de...

HIP-TIME MAGAZINE  35 Schilderij van Durk Piebes Sjollema (1760-1840)  Dick Bunskoeke heeft in De Koerier van 24 februari 1988 in zijn rubriek...

  HIP-TIME MAGAZINE 50 Om onze 50e bijdrage voor HIP-Time Magazine te vieren, trakteren we U op één van de bekendere werken van Heerenveens...

HIP-Time Magazine 105   Het is zomer 2006. Fotograaf Richard Hoekstra komt van de Badweg tussen Rottum en Oudehaske, slaat bij de brug het...

HIP-TIME MAGAZINE 54    Met dit ongewone beeld van 14 bij 19 cm komen we in het Heerenveen van het laatste kwart van de vorige eeuw. Of...

HIP-TIME MAGAZINE 68 September 1918 Het interieur van deze grote ruimte wordt op foto 01792 uit de collectie van het museum Willem van Haren...

HIP-Time Magazine 21 Molenwijk 1898 Het is een maandagmiddag in 1898, de lange schaduwen van de schoorstenen verraden een gevorderd tijdstip...

HIP-TIME MAGAZINE 83 Molenwijk tussen 1913 en 1930 Dit is weer zo’n schitterende foto uit de uitgebreide collectie van dr. Hubert Adriaan...

HIP-TIME MAGAZINE 34 Wie zal het ons kwalijk nemen als we zeggen, dat dit bepaald geen jeugdfoto van de mr. Halbe Binnertsstraat is. Fotonummer...

HIP TIME MAGAZINE 95 Het veertien verdiepingen hoge flatgebouw ‘Bellavista’ aan het Stationsplein biedt onze webmaster Jel Mulder op 11 december...

HIP-TIME MAGAZINE 126 Nieuwbouw Vleeschmarkt rond 1921 Na een intensieve zoektocht in het fotoarchief van het Museum Heerenveen kunnen we U ook...

HIP-TIME MAGAZINE 10   Het is fascinerend te zien dat de Heerenveense veehouders zo’n bijzonder sterke voorkeur hebben voor het zwartbonte vee....

HIP-TIME MAGAZINE 121   \                                                     Het zal U niet verrassen, dat op de achterkant van deze foto 02051...

HIP-TIME MAGAZINE 108                                                                                      Vind je eens een interessante foto in...

HIP-time 90 In de categorie ‘jonge historie’ maakt dit complex een goede kans op een erevermelding. Deze kleurenfoto vanuit de lucht door Fotex...

HIP-TIME MAGAZINE 78 Oude Kerkstraat ca. 1900 In het meest oostelijke deel van de Oude Kerkstraat kun je rond 1900 deze situatie als fotograaf...

HIP-TIME MAGAZINE 67 Deze keer valt de de keus op foto 01782 uit de collectie van het Museum Willem van Haren. Niet zozeer vanwege de scherpte van...

HIP-TIME MAGAZINE 56  Van zo’n schitterende foto kunnen we dolenthousiast worden. Zelfs een krasje hier of daar op de foto brengt ons niet van...

HIP-TIME MAGAZINE 80   Is dit het Heerenveen, dat wij van de prentbriefkaarten kennen ? Nee, beslist niet ! Het is een redelijk authentieke...

HIP-TIME MAGAZINE 39   Je kunt alsnog plaatsvervangend jaloers zijn op het watertorenpersoneel van Heerenveen (1956), die eigenlijk in elk...

HIP-TIME MAGAZINE 115                                                      Opnieuw zo’n bijzondere opname uit de fotocollectie van het Heerenveen...

  HIP-TIME MAGAZINE 114 Pastorielaan ca 1926 Zeer ongebruikelijk zijn de verhoudingen van deze prentbriefkaart: 7 cm. hoog en 17 cm....

HIP-TIME MAGAZINE 116      Pastoriewijk met sluis en trambrug 1932 “Niettegenstaande ‘t stoomgemaal reeds geruimen...

HIP-TIME MAGAZINE 32 Plein bij Crackstate omstreeks 1976Dit ‘maagdelijke’ plein in de late middagzon ligt als-het-ware te wachten op de gasten...

HIP-TIME MAGAZINE 66   Postkantoor Afbraak 1974 Drie architectonisch iconen op hetzelfde beeld tijdens de ‘ontploffing’ van 17 december...

HIP-TIME MAGAZINE 139                 Voor het vervolg van de ontwikkelingen in het Propstragebied langs...

HIP-TIME MAGAZINE 131                                  ...

HIP-TIME MAGAZINE 61 R.H.B.S.met conciergewoning en gymnastiekzaal c.1975 Het oog van fotograaf Henk Bruyns voegt beslist iets toe aan deze...

HIP-TIME-MAGAZINE 24 Rijksdagnormaalschool 1916Mochten we al twijfels hebben over de datering van fotonummer 267 van de collectie van museum...

In 1315 is op de huidige plaats van de Rotondekerk al een kapel, gewijd aan de heilige Catharina. In de Rotonde kerk werd 50 jaar geleden...

HIP-TIME MAGAZINE 36 Saskiaflat 1977Het gemeentelijke archiefdossier van het flatgebouw voor vrijgezellen (Saskiaflat) gaat slechts over de...

HIP-TIME MAGAZINE 37 Schans omstreeks 1930Onmiskenbaar heeft dit formidabele pand omstreeks 1930 nog de allure van een gebouw met een voorname...

HIP-TIME MAGAZINE 107     Schans vòòr 1905Bij deze prachtige oude foto uit de Leo Leenes-collectie van het Museum Willem van Haren...

Onze sponsors: